Herengracht 260 - 266

< 268 Herengracht          Panorama         Herengracht 258 >

Herengracht 260 tekening Caspar Philips

Tekening Caspar Philips

Herengracht 260 oud

Gebouwd            1620
Architect               -
Opdrachtgever     verm. Pieter Symonsz van der Schelling
Afgebroken         1917 
1853 : KK 186  (huisnummer 1853-1875)
1808 : 37 846  (verpondingsnummer)
1796 : 37 449    (kleinnummer)
1732 : 37 866  (verpondingsnummer)
Kadast: E 3853  (kadaster oud)

Herengracht 260-264

Op deze kaart is goed te zien dat Herengracht 260 en 262 geen tuin hebben. Een deel uit een Loman Buurtkaart KK van 1866-1882, Stadsarchief Amsterdam

Het eerste huis

Hier is rond 1618 een woonhuis gebouwd met trapgevel en banden- en blokkenversiering, een groep vormend met Herengracht 262, beiden tuinloos en aan de achterzijde ingesloten door het achterhuis van het grote Herengracht 264, zoals goed te zien is op de kaartjes onder het tabblad “kaarten”. Zowel Herengracht 260 als dit huis, nr. 262, zijn gebouwd op het stadserf 17 in park D, dat in 1614 gekocht is door Jan Tilte en daarna is overgenomen door Pieter Simonsz van der Schellingh[1578-1624](1) die ook in het bezit is van de stadserven 18, 19 en 20. Van  der Schellingh heeft in 1617 een gedeelte van het stadserf 17, breed 16 voet en lang 65 voet, verkocht aan de zijreder Abel Rogiers uit Brugge, die direct na aankoop van het erf het huis laat bouwen en er in gaat wonen, hij woont in 1631 erin met zijn getrouwde dochter. Zijn weduwe Saertje de Marees Nicolaasdr verkoopt het huis in 1637 aan Elisabeth Coerten van Dulmen, zij is de weduwe van Jacob Arentsz de Oude, en Hendrick Stockman. Beiden verkopen het huis in 1666 bij decreet brief aan de erfgenamen van Daniel de la Fontaine en Hester Gerinx. Daarna wordt in 1667 Daniel van Koeschot door koop eigenaar, aan wiens dochter Catharina van Koeschot [1648-1713] het huis in 1680 wordt toebedeeld. Zij trouwt in 1683 met de lutherse koopman Volckert Volckertsz [1641-1692] uit Wesselburen in Dithmarschen uit de Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein(2). Hun zoon Jan Volckerts verkrijgt het huis in 1713 en verkoopt het in 1722 aan de doopsgezinde koopman Geerling Kops. Na zijn dood valt het huis in 1731 toe aan zijn dochter Sara Kops (zie Herengracht 112) die het in 1734 verkoopt aan de koopman en bankier mr. Meynard Troyen [†1734] van Herengracht 258. Daarna komt het pand in handen van zijn weduwe Sara Petronella de Jong. Zij verhuurt het: 1739-1742 woont er de koopman Dirk Abrahamsz de Ram, die f 550,- huur per jaar betaalt. In 1750 staat zij het als huwelijksgift af aan haar dochter Anna Maria Troyen, die in dat jaar trouwt met mr. Mattheus Graswinckel [1724-1791], commissaris in 1748 (zie Herengracht 258). Reeds in 1751 wordt het huis voor f 4.850,- verkocht aan Pieter Wilsterman, die er in gaat wonen. In 1757 woont er tevens de doopsgezinde geneesheer dr. Pieter van Leent van Herengracht 147. Rond 1773-1793 is het eigendom en woning van Pieters zoon ,Jan Wilsterman, die getrouwd is met Anna Magdalena Voitus en in 1775-1781 de stadschirurgijn Hendrik Labé[1723-1795] heeft inwonen.

 

Na 1800 en voor de afbraak

Daarna is rond 1796-1840 Jans zoon, Abraham Johannes Wilsterman[1770-1841], hij is makelaar en tevens commies bij de: Burgerlijke Stand, de eigenaar en bewoner. Tot rond 1864 woont er zijn weduwe Maria Catharina Hanssen. Inmiddels is het pand in 1858 voor f 5.660,- verkocht aan de makelaar in effecten George Lodewijk Wurfbain [1805-1882] op de Leliegracht (tevoren op Herengracht 220), die het nog in hetzelfde jaar voor f 4.800,- van de hand doet aan de scheepsbeschuitbakker Johan Mammel op de Oudezijds Voorburgwal. In 1865 wordt eigenaar van het huis voor f 7.100 ,- de smid Johann Heinrich Wilhelm Berger. Bewoners zijn: 1870 de commissionair in effecten H. de Bruin, in 1875 de commissionair Carl Bletscher en in 1876-1890 de wijnkoper G. J. B. Winkelhagen. In 1894 wordt het huis voor f 10.000,- gekocht door Cornelia Ferdinanda van Vliet [† Beverwijk 1931) de tweede vrouw van de promotor Willem George Frederik Reckleben [1843-Beverwijk 1931] van Herengracht 67, lid van de firma Reckleben & Pinto. Cornelia woont er nog in 1910. Ten slotte worden in 1917 de NV Nederlandse Lloyd en de Oost-Indische Zee en Brand Assurantie Mij NV van Herengracht 248 voor f 25.000 ,- de eigenaren van het pand (pas in 1934 eindigden de eigendomsrechten van laatstgenoemde Nv). In hetzelfde jaar wordt het al sinds lang niet meer in de zeventiende-eeuwse vorm verkerende huis gesloopt en vervangen door de nieuwbouw op 260 – 266 van de architect van Gendt.

 

(1) onjuist in Elias I, p. 72

(2) zie Herengracht 416 en De Nederlandsche Leeuw, LXV (1948), kol.108

bron: o.a. I.H. van Eeghen, G. Roosegaarde Bisschop, H.F. Wijnman. Vier eeuwen Herengracht, 1976.

Herengracht 258 - 568 cp ph

Herengracht 258 - 568, boven een foto van voor 1917 van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap en de tekening uit het grachtenboek uit 1764

Hebt u aanvullingen of wilt u meedoen?

Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.

Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.

 

Foto's of andere informatie vande  panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.