Herengracht 476 Huis de Vicq

<- 478 Herengracht                Panorama                Herengracht 474 ->

Herengracht 476

Herengracht 476

Herengracht 476 tekening Caspar Philips

tekening Caspar Philips

Herengracht 476, Huis De Vicq

Gebouwd           1670, 1731
Architect            -
Opdrachtgever    Dr. Frans de Vicq
Monument         Rijksmonument
1853 : X 460    (huisnummer 1853-1875)
1808 : 57 4027  (verpondingsnummer)
1796 : 57 558    (kleinnummer)
1732 : 57 3828  (verpondingsnummer)
Kadast: I 1028  (kadaster oud)

Herengracht 476 wapen De Neufville AK-NM-13418

Het wapen De Neufville, afkomstig van een bord uit het Rijksmuseum.

Familie de Vicq

De stadserven 26 en 27 in park C worden in 1665 samen voor f 14.800,- gekocht door de medicus dr. François de Vicq [1603-1678], die dan nog woont op Herengracht 185, een huis dat begin 1900 is afgebroken voor een bank. Hierop laat hij een dubbelhuis bouwen dat in 1670 gereed komt en waar hij als bijna 70-jarige intrekt. Zijn vrouw Aerlant Verhoutert is even te voren in 1669 overleden.

Het huis heeft slechts één bovenverdieping en een bakstenen gevel met een door een fronton bekroonde middenrisaliet en een zandstenen Korinthische reuzenorde en festoenen. Het huis ziet er bij oplevering zo uit als op de tekening van Cornelis Dankerts uit 1697, zie tabblad "Foto".

Na de dood van dr. François de Vicq wordt het huis eigendom van en bewoond door zijn enige zoon François de Vicq [1646-1707]. Hij is schepen in 1673 en in de raad van 1679 tot 1707. Verder is hij hoofdschout van 1694 tot 1696 en van 1701 tot 1705 en burgemeester in 1697, 1700 en 1706. In 1667 trouwt hij met Aletta Pancras [1646-1707]. Tijdens het aansprekersoproer in 1696 voorkomt François de Vicq de plundering van zijn huis door met de oproerige menigte te onderhandelen. Na de dood van François de Vicq verkopen zijn kinderen in 1707 het huis aan de doopsgezinde fabrikant van zijden stoffen David de Neufville [1654-1729]. Deze koopt tevens, apart, het behangsel en de schilderijen van het huis.

David de Neufville

 

In 1730 wordt het huis eigendom van de doopsgezinde koopman Dirk van Lennep Dirksz [1693- 1755] weduwnaar van de in 1729 overleden dochter van David de Neufville, Catharina de Neufville. Hij laat het pand direct verbouwen door de aannemer Jan van der Streng, waarbij het fronton, zoals dat te zien is op de tekening van Cornelis Danckerts, wordt vervangen door een rijk gebeeldhouwde balustrade met siervazen en een attiek met het wapen van de Neufville, dat geflankeerd wordt door de beelden van Mercurius en Venus. Het beeldhouwwerk aan de lijst is uitgevoerd in Lodewijk XIV-stijl door de bekende beeldhouwer Ignatius van Logteren. De voordeur krijgt een omlijsting met getoogd bovenlicht en de achtergevel een kroonlijst met daarin een wijzerplaat uit 1731. Ook heeft hij in 1730 in de rechterachterkamer door Jacob de Wit een zolderstuk laten aanbrengen.

Herengracht 476 tekening Cornelis Danckerts van 1679

Herengracht 476 tekening Cornelis Danckerts van 1679, met het oorspronkelijke huis met fronton.

In de tuin bouwt hij een tuinhuis met de beelden van Apollo en Diana en in de halfronde middenbekroning een reliëf met een zittende Mercurius, maar koffiespeculaties en de vele uitgaven aan verbouwingen, aan zowel dit huis als zijn hofstede Meernberg, kosten Dirk van Lennep Dircsz zoveel geld dat hij het pand moet verkopen. Ignatius van Logteren is dan al bezig aan de vernieuwing van het trappenhuis, maar moet daardoor halverwege de werkzaamheden hieraan staken en wordt het huis verkocht met een onvoltooid trappenhuis. Vermoedelijk had het trappenhuis net zo moeten worden als dat van de Herengracht 475, waar Petronella de Neufville woonde, de schoonzuster van Dirk van Lennep. Zij heeft als eerste haar trappenhuis laten ontwerpen door Jan van Logteren, de zoon van Ignatius van Logteren en het heeft min of meer dezelfde opzet als het trappenhuis van dit huis. Mede onder druk van zijn familie is het pand verkocht en is hij zelf naar Utrecht verbannen.

 

Het huis is in 1734 voor f 70.000,- overgedragen aan de doopsgezinde koopman Jean de Wolff [†1735], broer van Pieter de Wolff, die tot zijn overlijden in 1712 de eerste echtgenoot van Catharina de Neufville was. Jean de Wolff is daarna getrouwd met Margaretha Verhamme [1684-1756] en ze zijn samen in het huis gaan wonen. Na de dood van Margaretha Verhamme is het huis in 1757 voor f 76.000,- op een veiling verkocht aan de doopsgezinde koopman Aarnout van Lennep [1718-1791], zoon van Petronella de Neufville.

De familie Muilman

In 1792 koopt de schatrijke koopman en bankier Henric Muilman [1743-1812], lid van de firma Muilman & Soonen, met zijn tweede vrouw Susanna Cornelia Mogge [1753-1806] het huis op de veiling voor f 65.000,-.

Muilman heeft van 1791 tot 1795 als gouverneur voor zijn enige zoon, de Duitse dichter August Wilhelm (von) Schlegel [1772-1829] in dienst, die hier ook aan zijn Shakespeare-vertaling werkt. Ook brengt Muilman in zijn huis een collectie van bijna 200 schilderijen bijeen, waaronder de Keukenmeid en de Kantwerkster van Vermeer en het portret van Elisabeth Bas, dat lang is toegeschreven aan Rembrandt. Deze collectie is in 1813 geveild, maar een gedeelte ervan is door de zoon weer teruggekocht.

 

De zoon, mr. Willem Ferdinand Mogge Muilman [1778-1849] heeft het huis in 1813 weer verbouwd, waarbij de ingang naar de begane grond is verplaatst. Omdat de stoep niet meer nodig was, is deze verwijderd en heeft de kelderverdieping een nieuwe gelaagde pui gekregen. Mr. Mogge Muilman is directeur en later president van de Nederlandsche Bank geweest van 1814 tot 1844. Sinds 1810 is hij getrouwd met zijn volle nicht Magdalena Antonia Muilman [1788-1853] en hebben ze twee dochters gekregen. Het oudste en mooiste meisje vat tijdens een bal kou en sterft kort daarna aan een longontsteking, waardoor de jongste dochter, Anna Maria Mogge Muilman[1811-1878] de erfgename is van het huis en het enorme fortuin van haar ouders. Deze jongste dochter, in de wandeling Moggemie geheten, is weinig aantrekkelijk als partner. Er gaan verhalen dat ze op een reis door Engeland om haar geld ten huwelijk gevraagd is door de latere keizer Napoleon III, die echter een blauwtje loopt.

Kort na het overlijden van haar moeder, Magdalena Antonia Muilman die in het huis is blijven wonen, trouwt Moggemie in 1853 met de koopman jhr. Archibald Jan van de Poll [1800-1870] die een volle neef van haar moeder is. Ook jhr. van de Poll moet vernieuwingen aan het huis hebben laten uitvoeren, want op de achterzijde van het huis is zijn wapen te zien. Vervolg, zie tabblad "detail na 1850"

Herengracht 476 Muilman - Pol

Archibald Jan van de Poll en Annemaria Mogge Muilman, 'Moggemie', geportretteerd door Petrus Kiers tussen1850-1855. Is niet gesigneerd. Van de Poll-Wolters-Quina Stichting, Zeist

Hebt u aanvullingen of wilt u meedoen?

Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.

Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.

 

Foto's of andere informatie vande  panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.