Dit dubbele woonhuis is gebouwd voor de doopsgezinde Francois De Vicq in 1666. In de achttiende eeuw wordt de doopsgezinde koopmansfamilie De Neufville eigenaar van het pand. In 1719 erft Dirck van Lennep het familiehuis van zijn vrouw Catharina de Neufville. Hij laat het pand rond 1730 in zijn geheel verbouwen en geeft Jacob de Wit opdracht om een plafondschilderij te maken voor de achterkamer. Naast Jacob worden ook stucwerker Ignatius van Logteren en beeldhouwer Jan Baptist Xaverij ingehuurd om het interieur te verfraaien. Door het faillissement van Dirk van Lennep wordt het werk van Van Logteren, in het trappenhuis, niet voltooid. Om reputatieschade te voorkomen wordt Dirck met een vaste jaarlijkse toelage naar Utrecht verbannen en neemt de familie zijn schulden en het pand over. Jacob krijgt in 1730 nog wel de opdracht van Dirk van Lennep voor het maken van een plafondschilderij, genaamd ‘De Dageraad verdrijft de Nacht’. Hij ontvangt hiervoor 1.500 gulden. Hij voltooit deze opdracht; het olieverfmodel is bewaard gebleven en bevindt zich in de collectie van museum Jacquemart-André te Parijs. Eind achttiende eeuw en in de negentiende eeuw vinden er nogal wat wijzigingen plaats en hierdoor wordt de plek van het plafondschilderij van Jacob betwijfeld. Een ontwerptekening van Jacob uit 1730 heeft namelijk een andere opzet. Het plafond heeft vier Witjes als hoekstukken, die de vier seizoenen voorstellen. Waarschijnlijk zijn deze toch later toegevoegd, aangezien de handtekening van Jacob ontbreekt. De twee ronde portetten van Diana en Apollo in het plafond zijn duidelijk wel van de hand van Jacob de Wit. In 1928 zijn door de architect A. Kok nog drie Witjes toegevoegd aan de kamer, waaronder het schouwstuk ‘allegorie op de schilderkunst’. Het schilderij is gedateerd 1747; de schets van het ontwerp bevindt zich in het Teylers Museum te Haarlem. Op de achterkant van de tekening staat vermeld dat het schilderij oorspronkelijk is gemaakt voor de heer Mattheus Lestevenon, die aan de Keizersgracht 440 woont.
Naast het schouwstuk worden er twee Witjes geplaatst boven de deuren in dezelfde zaal; de allegorie op de herfst en winter en een allegorie op de lente en zomer, beiden gesigneerd en gedateerd 1741. De herkomst van deze Witjes is nog onbekend. In 2008 is in de voorkamer van het pand een Witje geplaatst, het schouwstuk is afkomstig uit de collectie van het Amsterdam Museum. Het werd in 1741 geschilderd voor koopman Jan Agges Scholten die aan de Prins Hendrikkade 142 woonde (voorheen gebouw De Appel). Jacob ontwerpt nog een Witje voor hem en deze is als schouwstuk geplaatst in het Museum Willet-Holthuysen, Herengracht 605.
Hieronder foto's van het plafond, de hoekstukken, schouwstuk en de deurstukken.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.