Een drieling op twee kavels

Jan Brouwer heeft hier een groep van drie koopmanshuizen laten bouwen, nr 247, 248 en 251, waarvoor hij in 1615 twee erven gekocht heeft.

Het 25 voet brede middelste nr 249 op de tekening uit het grachtenboek geeft de toestand nog weer zoals ze gebouwd zijn: elk met een trapgevel, de beide buitenste panden, nr 247 en 251, ieder 18 voet breed met grote trappen waartegen  vleugelstukken en een getoogd fronton, daaronder De Prins - Prins Maurits, gestorven in 1625.

Ze hebben dan kozijnen met onderluiken, ontlastingsbogen en een stoep die voor de buitenste huizen resp. links en rechts geplaatst zijn en voor het middelste huis ongeveer in het midden.

Het hele blok is lang eigendom gebleven van de  stichter Jan Brouwer.

Dit huis is in 1670 in handen van Gijsberto van Susteren, bij welke familie het oude 7,19 m. brede huis vele jaren gebleven is.

In 1775 is het van Barend Stemberg door wie het blijkbaar niet lang hierna in de tegenwoordige toestand is gebracht, met een rechte kroon- met blokvullingslijst met twee consoles, een deur met omlijsting, een stoep met onderingang en een sierraam met pijlen.