Het Huis met de Hoofden is een groot grachtenpand, dat zijn naam ontleent aan de zes versieringen in de vorm van hoofden aan de voorgevel , ter hoogte van de bel-etage. Volgens een legende zouden de zes hoofden verwijzen naar zes rovers. Die zouden het huis zijn binnen geslopen, door de keukenmeid stuk voor stuk met een bijl zijn onthoofd en de hoofden zouden ter afschrikking aan de gevel zijn gehangen. Zie voor een van de verhalen hierover onder de tab "Sage huis met de Hoofden"
Het zijn echter de borstbeelden van zes goden: Apollo met laurierkrans (kunsten); Ceres met rijpe korenaren (landbouw); Mercurius met gevleugelde helm (handel); Minerva (wijsheid); Bacchus met druiventrossen (wijn); en Diana met halve maan (jacht).
Het huis is in 1622 gebouwd voor de rijke kousenhandelaar en kunstliefhebber Nicolaas Sohier. Deze had twee extra brede kavels aangekocht, en kocht ook nog een stuk erf van achterliggende huizen aan de Herengracht zodat de tuin extra diep kon worden. Er zijn in Amsterdam door rijke welgestelde burgers wel meer van dergelijke ’dubbel’huizen gebouwd, met een symetrische opzet.met een hoofdingang in het midden. Deze gevel uit de periode van de Hollandse Renaissance is grotendeels opgetrokken uit een kleine rode baksteensoort van circa 18 cm lang en circa 3,8 cm hoog. De meest gebruikte baksteen is 21 cm en 5 cm hoog. Dergelijke kleine bakstenen werden in die tijd ook voor andere woonhuisgevels aan de Keizersgracht toegepast. De rode baksteen werd dikwijls gecombineerd met roomkleurige Bentheimer zandsteen, die fraai afsteekt tegen de warmrode baksteen. Bij het Huis met de Hoofden is deze natuursteensoort zowel gebruikt als bekleding van het souterrain, als voor de horizontale banden die over de hele breedte van de gevel lopen. Ook de verdere decoratie van de voorgevel, waaronder de rijk versierde omlijsting van de hoofdingang en de hoofden, is uitgevoerd in Bentheimer zandsteen.
De renaissancegevel wordt toegeschreven aan Hendrick de Keyser, maar is waarschijnlijk uitgevoerd door zijn zoon Pieter de Keyser, Hendrick de Keyser was al in 1621 overleden. Maar zeker is dat niet, alhoewel het toeangspoortje staat in Architectura Moderna, het boek over de architectuur van Hendrick de Keyser uit 1631.
De gevel is, voor Amsterdam, uitzonderlijk rijk versierd met banden, blokjes, klauwstukken, vazen, obelisken, leeuwenmaskers, zuiltjes en een gebroken segmentvormig fronton. Ook een gevelsteen met het jaar 1622 is aanwezig. De muurdammen van de hoofdverdieping zijn uitgevoerd als brede dorische pilasters. Daarboven bevinden zich dubbele pilasters. Een balustrade aan beide zijden van de trapgevel onttrekt een deel van het dak aan het zicht, waardoor het huis hoger lijkt dan het werkelijk is. Zoals dat ook gebeurd is bij het huis Bartolotti (Herengracht Herengracht 170-172) en de De Dolphijn (Singel 140-142), beide gebouwd begin 1600, net voor dit huis.
De ingangspartij bestaat uit een lage dubbele stoep en een poortje. De stoep heeft nog de 17e-eeuwse balusters. Rechts van het huis staat een poortje, waarachter een gang naar een koetshuis leidde. Boven het poortje is een kamer voor de koetsier gebouwd.
Het dubbele huis heeft aan de achterzijde twee trapgevels in traditionele architectuur, waarvan de rechtergevel in 1954 gereconstrueerd is. Opvallend is het verschil tussen de voor- en achtergevels: de voorgevel is een rijk uitgevoerde trapgevel in de Amsterdamse renaissance, terwijl de gelijktijdig gebouwde achtergevel, een dubbele trapgevel, in de sobere Amsterdamse renaissance is uitgevoerd.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.