Van Plaetse tot Dam

Ruimtegebrek en sloop

Die Plaetse was nu echt het centrum van de stad geworden. Met het groeien van de stad werd de drukte steeds groter en het ruimtegebrek nijpender. De handel op het plein was onderhevig aan wildgroei; ook al stonden de branches in clusters bij elkaar, iedereen zocht een plaats waar ’t hem uitkwam. De overheid kreeg daar maar moeilijk grip op en de hoeveelheid voorschriften in de vorm van ‘keuren’ nam geen einde.

In de 15e eeuw probeerde de stad greep te krijgen op het marktgebeuren op de Plaetse. Allereerst werd smerige handel verdreven, zoals de varkensmarkt in 1472, in 1485 de ossenmarkt en in 1499 de melkmarkt. Dan handel als de pottenmarkt in 1478, de groente- en fruitmarkt en kramerijen in 1503. In 1523 voor ’t eerst en in 1531 nog eens herhaald werd de markthandel op de Plaetse gedwongen binnen een aangegeven gebied te staan aan van de stad gehuurde kramen. Zo makkelijk kreeg de stad de handelaren niet in ’t gareel maar met het stijgen van de boetes overwon men ze toch. De stad deed ook zijn best meer ruimte te creëren door de gerichte aankoop van huizen aan de Middeldam en Plaetse, die aansluitend werden gesloopt en aan het plein toegevoegd.

Oude Stadhuis in de winter, geschilderd door Abraham Beerstraten 1639 - 1665. Van Boijmans van Beuningen

Oude Stadhuis in de winter, geschilderd door Abraham Beerstraten
1639 - 1665. Van Boijmans van Beuningen

Afbeelding van de brand van het oude stadhuis van Amsterdam op 7 juli 1652. Kopergravure Universiteitsbibliotheek Leiden

Afbeelding van de brand van het oude stadhuis van Amsterdam op 7 juli 1652. Kopergravure Universiteitsbibliotheek Leiden

De puinhopen van het Oude Stadhuis te Amsterdam na de brand van 7 juli 1652

De puinhopen van het Oude Stadhuis te Amsterdam na de brand van 7 juli 1652. Schilderij gemaakt door Jan Abrahamsz Beerstraten in 1666. Van het Rijksmuseum.

Daarbij had men een bijzonder gereedschap ter beschikking: de ‘nakoop’. Als een huis verkocht werd dat de stad ook begeerde mocht zij in de verkoop inbreken en tegen het overeen gekomen bedrag het pand van de verkoper verwerven, zonder de koper daarvoor schadeloos te hoeven stellen.
Zo kocht de stad in 1506 een pand op de Middeldam, dat na af braak een parkeerplaats voor transportsleden werd, zodat de handelaren niet voor de waag stonden te wachten en daarmee het verkeer op de Plaetse belemmerden. Daar kwamen snel nog meer panden bij: eveneens in 1506 een pand aan het Damrak om de toegang tot de haven te verbeteren (er kwam een steiger tot de Zoutsteeg), in 1510 twee panden op de Middeldam en nog een in 1540 om de parkeerplek uit te breiden.

In 1525 begon de aankoop van panden die de voorgenomen aanleg van kaden langs Damrak en Rokin in de weg stonden. Dat ging niet altijd goedschiks dus werden sommigen onteigend, een wapen waar de libertijnse stadsregering niet snel naar greep. Beide kaden vervingen de reeds eerder aangelegde steigers, die voor de scheepvaart waren gebouwd. Ook hier waren de kosten voor de aanervenden, met als tegenprestatie de vergunning de huizen uit te breiden tot de vastgestelde rooilijn. Nu komen we aan de situatie rond 1544, het jaar van de eerste betrouwbare plattegrond van de stad. De grote reparaties aan de beide damsluizen in 1542 en 1546 boden opnieuw gelegenheid wat huizen aan te kopen of te onteigenen en te slopen. Het grootste gedeelte van het blok huizen ten westen van de vismarkt verdween en met het wijzigen van de westsluis in een duiker kon ook de walkant gewijzigd worden. Deze grote werken vonden plaats tussen 1547 en 1548.

De Plaetse, zoals weergegeven op de kaart van Cornelis Anthonisz van 1544.

De Plaetse, zoals weergegeven op de kaart van Cornelis Anthonisz van 1544. Behalve het stadhuiscomplex zien we de oude waag, die toen aan de Nieuwendijk stond. Verder de vismarkt op de damsluis voordat de huizen tenwesten afgebroken werden om plaats te maken voor het Huis onder ‘t Zeil. Ook de Rokinzijde van de damsluis was onbebouwd, maar daarnaast is de Middeldam volledig bebouwd.

In 1550-’51 werd ook de zuidzijde van de Middeldam verruimd door aankoop en af braak van een aantal huizen. Sommige bleven echter staan, die zelfs tot de af braak van 1912 deel uitmaakten van de gevelrij Vijgendam. Het bouwblok ten zuiden van de Benninghsteeg viel over een lange periode verdeeld (1550-67) ten offer aan een vergroting van de Plaetse ter voorbereiding van de bouw van een nieuwe en grotere waag. In 1550 werd snel achter elkaar een aantal huizen bij de oude waag afgebroken om de ruimte rondom te vergroten. Daarna was er even rust tot 1561, toen de vroedschap het besluit tot bouw van de nieuwe waag nam Toen volgde in rap tempo aankoop en sloop van het hele blok. De noordwand van de Benninghsteeg kwam opeens aan een ruim plein te liggen en slimme eigenaren maakten vensters en deuren in de zijmuren om hun voorgevel naar de Plaetse te verschuiven.

Het stadsbestuur was het daar niet zomaar mee eens; allereerst werd bepaald dat alles naar binnen open moest draaien, dat de markthandel tot voor de deur te gedogen was (deel vismarkt!) en dat de eigenaren desondanks precario verschuldigd waren.

Hebt u aanvullingen of wilt u meedoen?

Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.

Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.

 

Foto's of andere informatie vande  panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.

 

 

Geschreven door Theo Bakker (zie ook http://www.theobakker.net )