Van Plaetse tot Dam

Geschreven door Theo Bakker (zie ook http://www.theobakker.net )

 

De verbouwing van de Dam

Het werd 1813, de Fransen verdwenen en Oranje kwam terug. Het land lag op apegapen en Amsterdam was leeggebloed. De eerste jaren van het koninkrijk onder Oranjevorst Willem I gebeurde er in de stad minder dan het nodige, er was geen geld. Het nieuwe koninkrijk was een wankele constructie en hield dan ook niet stand. Na een hachelijk en kostbaar militair avontuur in het zuiden en een tik op de vingers vanuit Londen werd het koninkrijk gesplitst. Voor de Dam kreeg dit gebeuren nog een staartje en bij nader inzien vond iedereen dat naatje… De beurs van De Keyser verkeerde in zorgelijke staat en vroeg permanent onderhoud. De gemeenteraad besloot in 1833 de beurs af te breken en te vervangen door een nieuwe. Plannen om die midden op de Dam neer te zetten haalden het gelukkig niet, maar de gekozen plaats boven het Damrak was minstens zo ingrijpend. De vismarkt moest dan verdwijnen en met een schuin oog keek men ook nu weer naar het Commandantshuis. Het Commandantshuis mocht echter ook nu weer blijven staan. 

Het grote slopen begon in 1836 met de beurs, de vismarkt werd in 1840 verplaatst naar de Geldersekade bij de Nieuwmarkt en er werd een flink stuk van het Damrak gedempt voor de nieuwe beurs, die naar een ontwerp van Zocher gebouwd zou worden. Door de ontruiming van de vismarkt kwamen de verwaarloosde achtergevels van de Warmoesstraat en Vijgendam (vispoorten) in het zicht en ook de achterkant van het Commandantshuis verdiende geen schoonheidsprijs. Als het plein er enigszins representatief uit moest zien diende dit alles aangepakt te worden. Aankoop door de stad en slopen was het enige alternatief. 

Bij alle plannen voor herinrichting van de Dam en Vijgendam wilden particulieren meespelen. B&W waren in principe niet afkerig van dit soort initiatieven maar de gemeenteraad blokkeerde keer op keer plannen om delen van de openbare ruimte te verkopen aan particulieren. In 1847 werd de vleugel met de vispoorten gekocht en nog datzelfde jaar afgebroken.

In 1837 reeds waren een drietal panden aan de Dam, tussen Kalverstraat en Kromelleboogsteeg door sociëteit ‘De Vriendschap’ gekocht om er hun nieuwe sociëteitsgebouw voor in de plaats te zetten. 

Het waren sterke krachten die de beurs uitgerekend op die plaats wilden. Andere circuits in het stadhuis waren bezig met de aanpassing van de binnenstad aan de nieuwe eisen van het verkeer. Voor het verbreden en stroomlijnen van hoofdverkeersaders moesten ondermeer de Halsteeg en de Gasthuissteeg aangepakt worden. Daarnaast stond de verbinding Rokin-Damrak op het verlanglijstje. Dwars door deze tendens werd door de beurs van Zocher de zoveelste toegangsstraat tot de Dam voor een belangrijk deel afgesloten, waardoor een verbetering van de noord-zuidverbinding onmogelijk werd.

Hebt u aanvullingen of wilt u meedoen?

Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.

Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.

 

Foto's of andere informatie vande  panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.