Het pand heeft een lijstgevel met lijst met fraaie attiek uit ca. 1735, die later weer verwijderd is maar wanneer is onbekend.

Het heeft een dwarsdak.

De huidige lijst is uit de 19de-eeuw.

Oorspronkelijk hebben hier twee woonhuizen onder één dak gestaan, een klein en een meer zuidelijk gelegen, groot huis, genaamd De Fortuijn, samen 8,60 m. breed, omstreeks 1620 gebouwd voor Jan Jansz Hop, koopman (zie ook Keizersgracht 31).

Zijn weduwe Renske Symonsdr. Fortuyn, waarnaar het grote huis genoemd is, verkoopt het in 1657 aan Gijsbert Claesz de Veer.

In 1714 worden beide eigendom van Jean Cnobbe, koopman, wiens weduwe ze omstreeks 1735 heeft laten vernieuwen tot één fraai koopmanshuis: een horizontale bekroning, bewerkt met trigliefen en tussenlichten, een balustrade met middenstuk en hoekvazen (gewijzigd), twee schoorstenen, een stoep en een kelderingang.

Verder een empire snijraam en achterraam met een ster.

In 1739 is het van en wordt het bewoond door Pieter Leendert de Neufville, koopman.

Vanaf eind 1800 zijn er kantoren ik gevestigd, in 1898 was er gevestigd Bontekoning & Aukus. Tijdens de oorlog is er het kantoor van het Rijksbureau voor bouwmaterialen gevestigd. Zij gaven de bonnen uit voor het aankopen van bouwmaterialen, zoals vlakglas. 

Vanaf 1947 tot ???? is er de confectiefabriek van de Gebr. Blogg erin gevestigd. Er zitten dan op dit deel van de gracht al meerdere confectiebedrijven.