Herengracht 258

Herengracht 258

Herengracht 258

Herengracht 258 tekening Caspar Philips

Tekening Caspar Philips

Herengracht 258

Gebouwd            1765
Architect               -
Opdrachtgever    Daniel Roelof Muilman
Monument           niet
1853 : KK 185  (huisnummer 1853-1875)
1808 : 37 845  (verpondingsnummer)
1796 : 37 448    (kleinnummer)
1732 : 37 865  (verpondingsnummer)
Kadast: E 3852  (kadaster oud)

Herengracht 258 Voordeur met stoep 1924 borden RCE

De borden naast de deur. Foto uit 1924 van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

De nieuwe eigenaar Mr. Bondt

Vanaf ca. 1815 wordt het huis bewoond door de eigenaar, de advocaat mr. Jan Bondt [1766-1845], hij komt van Herengracht 346 en dan weduwnaar van de in 1807 overleden Anna Maria Determeyer Weslingh. Mr. Bondt speelt een belangrijke rol in het Amsterdam van die dagen. Hij is directeur van de Oosterse handel en rederij en chef van het handelshuis Determeyer Weslingh & Zn, waarvan het kantoor op ook in het huis is gevestigd. Ook is hij van 1792 tot 1807 regent van het Werkhuis en sinds 1827 staatsraad in buitengewone dienst. Na het overlijden van Bondt wordt het pand in 1845 voor ƒ 24.300 gekocht door de koopman Christiaan Lodewijk Loder J.M.zn [1807-1871] die voorheen woonde op Herengracht 102. Hij gaat erin wonen met zijn vrouw Cornelia Willemina Cardinaal [1816-1867] en vader van de jurist mr. Bernard Cornelis Johannes Loder [1849-1935] die hier geboren is. Na het overlijden van Loder wordt het huis in 1878 voor ƒ 36.200 eigendom en de woning van de bankier Willem Frederik Piek [ 1838-1916], die van Herengracht 289 komt en is getrouwd met Lucia Wilhelmina Jolles [1840-1913] en vader van de latere directeur van de Holland-Amerikalijn Willem Frederik Piek jr.

 

Modernisering van het pand en de kantoren

Piek laat in 1896 het pand voorzien van centrale verwarming en elektrisch licht, dat toen net opkwam, maar hij verkoopt het in 1897 voor ƒ  53.100 aan de tabaksmakelaar Franciscus Lieftinck J.H.zn, de zoon van Jan Hermannus Lieftinck van Herengracht 562. Deze tabaksmakelaar gaat in het huis wonen en laat er vele verbeteringen in aanbrengen. Hij is sinds 1894 getrouwd met Wilhelmina Elisabeth van Leeuwen (een dochter van Wilhelmus Hendrik van Leeuwen op Herengracht 444) en was vader van de later te Huizen (N.H.) wonende bankier mr. Jan Hermannus Lieftinck. In 1918 verkoopt hij het huis voor ƒ 110.000 aan de NV Amsterdamsche Mij van Levensverzekering, Amstleven, die er zijn kantoor in vestigt. Maar daarnaast komen er meer kantoren in, zoals te zien is op het bordje uit 1924. In 1926 worden de bovenverdiepingen ingericht tot kantoren van de firma Arnold Otto Meyer, die van Herengracht 256 komt. In 1938 wordt het pand voor ƒ  80.000,- eigendom van de NV Amsterdamsche Mij van Levensverzekering De Nederlandse Lloyd die al op Herengracht 260-266 zitten. Maar het blijft een kantoor met meerdere gebruikers, zoals het Britse consulaat in 1938 tot aan de oorlog en daarna CEBUCO. In 1939-1940 worden de twee panden met elkaar verbonden. In 1951 wordt het huis, samen met de andere panden 256 - 266 verder verbouwd. Het wordt inwendig uitgebroken en het oude interieur en indeling verwijderd, en aan de achterzijde uitgebouwd. En nog verder bij het buurhuis getrokken. In het souterrain van het huis wordt de rijwielstalling voor de kantoren van de Levensverzekering dat dan ongeveer 400 medewerkers heeft.Maar de huisvesting blijft knellen en de bereikbaarheid is ook een probleem. Maar vooral de plaatsing van het gebouw Herengracht 260-266 op de monumentenlijst maakte een ingrijpende verbouwing voor het bedrijf onmogelijk. Dus besluit het bedrijf al snel buiten de ring een nieuw gebouw neer te zetten, berekend op de toekomst, voor 1500 medewerkers. In 1963 wordt de eerste paal geslagen en met Pasen 1967 is het gebouw in gebruik genomen en is de Herengracht verlaten, nu intussen met korte naam Nedlloyd.

 

Na het vertrek van Nedlloyd

De Universiteit van Amsterdam koopt de gebouwen die Netloyd achterlaat, Herengracht 256, 258, 260-266 en 268 voor f 4.390.000,-. In dit huis komt in 1969, vanuit Keizersgracht 264, het Ferdinand Domela Nieuwenhuis Museum en kantoren van het Internationaal Instituut voor sociale geschiedenis (IISG), onder directie van pro£ dr. F. de Jong Edzn. , dat op Herengracht 260-266 zit. Maar daar vertrekt het IISG in 1989 weer, omdat het gewicht van de boeken en ander archief materiaal te groot wordt voor het gebouw. Zij vertrekken naar een oud, verbouwd pakhuis aan de Zeeburgerkade 10.
In 1984 wordt er ook nog een verbouwing uitgevoerd voor het huisvesten van de lerarenopleiding d'Witte Lelie.  In 1993 gaat het gebouw naar de Hogeschool van Amsterdam, waarbij er weer een interne verbouwing plaats vind. In 1999 wordt het verkocht aan particulieren die het weer verbouwen. In 2007 wordt het huis opnieuw onder handen genomen voor de nieuwe huurder, het Amerikaanse reclamebureau  Wieden+Kennedy, dat ook Herengracht 260-266 huurt. Van binnen ziet het er heel modern uit, zoals op de foto’s onder het tabblad "kantoor" te zien is.

400 jaar Herengracht. I.H. van Eeghen, G. Roosegaarde Bisschop, H.F. Wijnman, 1976. 

Herengracht 258 Voordeur met stoep 1924 RCE

Voordeur met de stoep en de borden naast de deur. Foto uit 1924 van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Hebt u aanvullingen of wilt u meedoen?

Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.

Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.

 

Foto's of andere informatie vande  panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.