Gebouwd 1888
Architect Gerlof Bartholomeus Salm en Abraham Salm
Opdrachtgever Nederduitsche Gereformeerde Kerk
Monument Rijksmonument
1853 : CC 709 (huisnummer 1853-1875)
1808 : 56 3297 (verpondingsnummer)
1796 : 56 660 (kleinnummer)
1732 : 56 3172 (verpondingsnummer)
Kadast: I 1744 (kadaster oud)
Een gereformeerd kerkgebouw is doorgaans uiterst sober en wordt daarom veelal aangeduid als ‘timmermanskerk’ of ‘preekschuur’. De Keizersgrachtkerk valt daarentegen op door een verrassend kleurige, lichte bouwtrant. waarin niet alleen invloeden van de Franse kathedraalgotiek (roosvenster, spitsbogen, de galerij), maar ook iets van de elegante Venetiaanse architectuur doorklinken. De hoogte en de gevelindeling voegen zich echter weer naar de Amsterdamse verhoudingen zodat de kerk, ondanks de uitheemse vormgeving, goed in de gevelwand van de Keizersgracht past.
De inwendige indeling laat zich reeds aan de buitenkant aflezen. De geveltop geeft de hoogte van het middenschip weer, de smalle torenachtige accenten aan weerszijden komen overeen met de galerijen in het interieur. In het natuurstenen basement bevinden zich lokalen die voor doordeweekse bijeenkomsten en andere culturele activiteiten worden gebruikt en voorheen ook voor de catechisatie. Het hoge, brede bordes leid naar de ingang van de kerk.
Het interieur maakt de indruk van één brede, vrijwel ononderbroken ruimte, een indruk die nauwelijks verstoord wordt door de ranke gietijzeren zuiltjes waarop de galerijen rusten. Het licht dat via de vensters van de lichtbeuk naar binnenvalt, wordt door lichtkappen getemperd. Van alle kanten was vrij zicht op een hoog geplaatste preekgestoelte zonder klankbord dat, naar de wens van Kuyper, met het orgelfront één geheel vormt. Abraham Kuyper had uitgesproken ideeën over de preekstoel, het centrale element in protestantse kerkbouw. De traditionele, losstaande preekstoel, ‘die afgesloten, hoge, holle, sombere bloemkelk, waar halverwege een mens uitkomt’ beschouwde hij niet in overeenstemming met de grondgedachte van het Gereformeerde leven. Door het orgelfront met de preekstoel te verbinden, bleef er voor het orgel zelf niet meer voldoende ruimte over waardoor Salm gedwongen is aan de achterzijde van de kerk een minder fraaie houten uitbouw te maken voor de windkast van het orgel.
Een andere bijzonderheid in het interieur waren de opklapbare banken die uit Amerika werden besteld. Kuyper had ze tijdens zijn verblijf daar gezien en beschouwde deze als bij uitstek geschikt ‘om eerbiedig neer te zitten’. Bovendien werd het zo gemakkelijker om elkaar te passeren. Het orgel is het laatste mechanische orgel dat door D.G. Steenkuyl is gebouwd en is uit 1897.
In 1958 werd de Keizersgrachtkerk onder leiding van C. van der Bom gerestaureerd. De restauratie is bekritiseerd, het fraaie hekwerk dat het bordes afsluit is dan vervangen door een glazen wand met deuren. De linker ingang tot het souterrain verdwijnt en die aan de rechterzijde wordt gemoderniseerd. Ook het souterrain wordt dan geheel gemoderniseerd. In het interieur maakt het overwegend bruin plaats voor lichtere tinten. Het oorspronkelijke dienst- en schoolgebouw aan de Kerkstraat wordt dan vervangen door een nieuw kantoor van vier verdiepingen.
In de jaren 1960 en 1970 vindt er ook hier een grote verandering plaats, waarmee de gemeente haar orthodox-gereformeerde karakter verliest. De Keizersgracht kerkgemeente noemt zichzelf tegenwoordig een open oecumenische gemeenschap. Wekelijks is er op zondag een viering met een laagdrempelige liturgie, muziek en veel aandacht voor kinderen. De Keizersgrachtkerk is nu een wijkkerk van de Protestantse Kerk Amsterdam, een onderdeel van de Protestantse Kerk in Nederland.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.