Vermoedelijk is hier omstreeks 1620 door Hans van der Voorde een woonhuis met stal gebouwd, waarvan in 1647 het huis eigendom is van Jan Coirlo Suutfert en de stal van de weduwe van Jan Gerritsz Meijn.

In 1687 komt het huis in handen van Jerom. de Haze Georgio en gaat in 1702 over op mr. Cornelis Munter, burgemeester, die het koetshuis erbij getrokken heeft.

- Wikipedia: "Munter bewoonde Huis Bartolotti tussen 1692 tot 1698 en verhuisde vervolgens naar Keizersgracht 313-315 (met een pakhuis/koetshuis daarnaast)."- 

Samen zijn de panden 13,06 m. breed.

In 1728 is het in gebruik bij mr. Andries Munter die het waarschijnlijk in de gegeven toestand heeft laten brengen: een getoogde geblokte kroonlijst met twee consoles en een stoep met onderingang.

In 1781 gaat het over op de weduwe van  Pieter Nics Rendorp en in 1790 op Johan Goll van Franckenstein die het ook bewoond heeft.

In de tussentijd is het naastgelegen koetshuis bij het huis getrokken en is er een ander huis aan de Wolvenstraat 19 tot koetshuis gemaakt.

In 1877 komt het pand op de veiling, samen met het koetshuis, dat uitkomt op de Wolvenstraat in de verkoop. het wordt daar niet verkocht maar later toch aan de Nederlandsch Indische Handelsbank die het laat verbouwen en de ingang gelijkvloers legt.

Het pand is in 1914 afgebroken en is er een nieuw kantoorgebouw en magazijn voor de firma R.S. Stokvis & Zonen Ltd door J. Verheul Dzn (1860-1948) gekomen.

De kamerbetimmering van dit pand staat nog in het Amsterdam Museum.