Bouwjaar | voor 1650 ± 1690 1875 vernieuwd |
Architect |
|
Opdrachtgever | Jan Albertsz Brugman
|
Naam |
|
Bijzonderheden | ± 1690: ingezwenkte halsgevel 4,05 breed, aanzetkrullen en festoenen op de zijkanten, segmentvormig fronton, twee lichten in gebeeldhouwde omlijsting. In 1770 kozijnen nog gedeeltelijk voorzien van onderluiken. Verder een pui met stoep en aparte kelderingang. 1875 Vernieuwd met een gevel voorzien van een rechte kroonlijst
|
Bewoners / eigenaren o.a. | 1650 Jan Jansz Steensijk 1680 Wed. Van Guilbert Philip de Flines 1686 Brugman 1857 G. Humme, timmerman |
Monument |
|
Gebruik nu | Appartementen
|
| Meeste gegevens zijn ontleend aan ‘Geschiedbouwkundige beschrijvingen behorende bij het Grachtenboek van Caspar Philips Jacobszoon’ geschreven door E. van Houten, oud-hoofdinspecteur van Bouw- en Woningtoezicht te Amsterdam. |
In 1650 staat hier al een huis van Jan Janz Steenwijk. In 1680 gaat het over op de weduwe Guilbert Philip de Flines en in 1686 komt het in bezit van de schuitenvoerder Jan Albertsz Brugman. Die heeft het ongeveer gelijktijdig met het huis op 21 in 1690 ge(ver)bouwd tot het huis zoals getekend door Caspar Philips. Het heeft een 4,05 m brede, ingezwenkte halsgevel.
De timmerman G. Humme, die het onderhuis vanaf 1857 in gebruik heeft als werkplaats, heeft vermoedelijk rond 1875 de gevel vernieuwd. Het is een laag huis voorzien van een rechte kroonlijst. Ook is de 1,30 m brede Ael Jansengang bij het huis getrokken. Deze steeg heet oorspronkelijk het Quaetgeltsteeghjen. Daar had de metselaar Claes Claesz twee woningen onder één dak. In de 2de helft van de 17e eeuw bewoond door Neel en Ael Jansen.
Bij de verbouwing in 1875 is de steeg bij de woning getrokken.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.