Reclamebureau Co-op 2

Co-op 2 is een reclamebureau geweest in Amsterdam in de periode 1934 tot 1942. Het is opgericht door de fotograaf en grafisch ontwerper Paul Guermonprez.

n 1934 begint hij met Co-op 2, waaraan onder anderen Hajo Rose, Violette Cornelius, Paul Hartland, Ladislav Csader, Lex Metz, Atie Siegenbeek van Heukelom, Leo Meter, Wim Brusse, Krijn Taconis en Otto Treumann meewerken. Ook Charles Jongejans heeft er als tweede man met Guermonprez samengewerkt. Er is een agenda bekend van Paul Guermonprez uit 1938 waarin hij zijn plannen voor Co-op 2 ontwikkelde, het exemplaar is aanwezig in de verzameling van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Hajo Rose stapt na een jaar weer uit het reclamebureau.

Co-op 2 vestigt zich aan de Keizersgracht 498 bij het architectenbureau van Jan van der Linden. Van der Linden is financieel raadgever en aandeelhouder van Co-op 2. Hij heeft les gehad aan het Bauhaus in 1930-31. De Co-op 2 studio's zijn op de bovenste verdiepingen, waar voorheen kunstschilder Simon Maris zijn atelier had, en op de bel-etage.

Na de Duitse inval werd Guermonprez gevraagd als secretaris voor de Nederlandsche Unie, vanwege zijn organisatietalent. In de Tweede Wereldoorlog wordt door de Duitsers de Kultuurkamer opgericht en Co-op 2 wordt dan ook door Paul Guermonprez op 1 april 1942 ontbonden, omdat hij zich niet wil registreren en zonder registratie niet mag werken. In deze jaren staat Guermonprez in contact met de Groningse drukker H.N. Werkman.

Van 4 mei 1942 tot 30 juli 1943 is hij als gijzelaar geïnterneerd in het Kleinseminarie Beekvliet in St. Michielsgestel. Hij wordt dan vrijgelaten om zich als voormalig officier in Amersfoort te melden voor terugvoering in krijgsgevangenschap. Maar nadat hij zich heeft gemeld, duikt hij onder en neemt aan het verzet deel.

 In april 1944 wordt hij door de Gestapo gearresteerd en uiteindelijk op 10 juni van dat jaar te Overveen gefusilleerd. Hij ligt begraven op de erebegraafplaats aldaar.

Guermonprez werkt mee aan de Brandarisbrief, een illegaal pamflet waarin kunstenaars opgeroepen werden zich te verzetten tegen het nationaalsocialisme en de Kultuurkamer. Tevens heeft hij contact met de Persoonsbewijzencentrale, een organisatie die persoonsbewijzen en officiële papieren vervalst.

Guermonprez en Limpers zijn betrokken bij de springstofaanslag op de Electro Zuur- en Waterstoffabriek in Amsterdam-Noord op 31 maart 1944, benevens bij de mislukte gewapende overvallen op het distributiekantoor te Amsterdam in de Borgerstraat op 12 januari en 12 maart 1944. Daarvoor worden ze uiteindelijk opgepakt op 4 april en op 10 juni 1944 is hij met zes andere verzetsmensen, onder wie leden van zijn verzetsgroep, ter dood veroordeeld door een Polizeistandgericht. Nog dezelfde dag werden zij gefusilleerd en begraven in de duinen bij Overveen en later herbegraven op de eerebegraafplaats te Bloemendaal.