244 en 246

Deze twee 5,59 m. brede koopmanshuizen zijn omstreeks 1730 gebouwd voor Const. Corns de Wilhem.

Ze hebben elk een getoogde kroonlijst met een attiek waarop een siervaas.

In het midden van de kroonlijst hebben ze een zolderluik met een versierde omlijsting en een lamberkijn, met aan weerszijden een venster, twee hoekvazen en een linkse en een rechtse stoep met onderingang.

In1781 is Salomon Dorper, notaris eigenaar en bewoner van 246. Dit huis wordt in 1880 nog bewoond door A.L. Dorper.

Op de plaats van deze beide huizen heeft eerst een suikerfabriek gestaan die tot 1641 eigendom is geweest van Pieter van der Schelling, genaamd De Schel.

Deze panden zijn lang het kantoor van de Technische Unie geweest en na het vertrek van het kantoor in 1978 naar Amstelveen worden ze aan het eind van dat jaar gekraakt.

De panden vormen onderdeel van het krakersbolwerk De Groote Keyser, dat de panden Keizersgracht 242 tot 252 betreft.

De panden zijn in 1979 ontruimd en door de gemeente gekocht en verbouwd voor jongerenhuisvesting als zogenaamde HAT-eenheden.