Dit pand wordt in 1730 door Francois Blancard ontworpen en gebouwd door H.J. Husly. Opdrachtgever is de doopsgezinde weduwe Petronella van Lennep-de Neufville ]1688–1749], de schoonzus van Dirck van Lennep, die dan op Herengracht 476 woont. Zij geeft Jacob de Wit in 1731 de opdracht voor het maken van een groot plafondschilderij ‘De terugkeer van Diana van de jacht’ dat zich in de achterzaal bevindt. Ook worden stucwerker Ignatius van Logteren en schilder Isaac Moucheron ingehuurd voor om het interieur vorm te gaan geven. Isaac de Moucheron maakt 4 Italiaanse fantasie schilderijen voor op de wanden van de voorkamer. Ignatius van Logteren ontwierp het indrukwekkende trappenhuis en de lange gang met verschillende beelden en stucreliëfs.
Koopman en kunstverzamelaar Jan Gildemeester koopt in 1792 het huis, nadat de vorige bewoners waren omgekomen bij de grote Stadschouwburgbrand. Gildemeester richt de linker voor -en achterkamer in als kunstsalon die in 1794 wordt geschilderd door A. de Lelie. Op het schilderij is het grote plafond van Jacob de Wit te zien en de vele schilderijen van zijn uitgebreide kunstcollectie. Het schilderij bevindt zich in het Rijksmuseum. Gildemeester geeft in 1792 schilder Jurriaan Andriessen [1742–1819] de opdracht om een landschap en twee grisailles te schilderen voor in de voorkamer. In 1907 wordt een plafondschilderij van Anthony Elliger [1701-1781] uit 1736 aangebracht afkomstig uit een ader pand. Het stucwerk en de schouwpartij zijn in 1907 gemaakt, geïnspireerd op de Lodewijk XIV-stijl. De twee grisailles, eveneens van Elliger, stellen Architectuur en Beeldhouwkunst voor.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.