Gebouwd 1671
Architect
Opdrachtgever mr. Andries de Graeff
Monument Rijksmonument
In 1665 en 1666 koopt mr. Andries de Graeff voor ƒ 6.970 en ƒ 7,94 (!) de stadserven 29 en 30 in park B. De Graeff is een aantal keer burgemeester van Amsterdam, evenals zijn vader en jongere broer.
Drie jaar later laat De Graeff een dubbel huis bouwen dat de naam 'Huis van De Graeff' krijgt. Het pand krijgt een breed voorhuis. De gevel wordt voorzien van een een middenrisaliet, hoeklisenen en een ingang van zandsteen. Deze ingang is op de hoofdverdieping even breed als de middenrisaliet, een verdieping hoger is de ingangspartij slechts even breed als één venster. Voor dit venster is een balkon aangebracht. Boven het venster zijn twee wapens in de muur aangebracht. De gevel wordt versierd met een spreuk van Ovidius: "Rapidis Velocius Umbris ".
Op de gevel wordt een balustrade geplaatst, met hoekvazen en twee beelden. Onder het huis is een kelder die voor de opslag van peper werd gebruikt. Het pand wordt in 1671 opgeleverd. In 1672 wordt nog door Gerard de Lairesse een plafondschildering aangebracht: een allegorie op de vrede van Munster. Bij het huis hoorde overigens ook een pakhuis en een stal aan de Keizersgracht (nummer 493).
Andries de Graeff woont maar twee jaar in dit pand. In 1674 verhuist hij om fiscale redenen naar Utrecht. Hij verhuurt het pand aan Geertruid Bicker een aangetrouwde nicht. Een jaar later trouwt haar dochter met de zoon van Andries de Graeff, Cornelis. Hij krijgt 446 als huwelijksgeschenk. Na zijn dood erft zijn oudste zus Alida 446. Alida is dan getrouwd met de president van de Staten van Utrecht.
Uit de inventaris, opgemaakt na de dood van Alida de Graeff blijkt dat in het huis een schoorsteenstuk had dat door Rembrandt was gemaakt. Na de dood van Alida wordt het pand eigendom van haar achternicht Alida Joanna de Graeff. Zij woont er met haar zus en hun moeder Joanna Hooft, weduwe van de kleinzoon van de broer van Andries de Graeff.
Alida Joanna de Graeff laat het pand in 1739 verbouwen. Er komt een nieuwe stoep en de ingangspartij wordt iets veranderd. Het middenstuk van de balustrade krijgt een sierstuk met familiewapen De Graeff. Tegen dit sierstuk leunen beelden van Neptunus en Mercurius. De wapens boven het middenvenster worden verwijderd en de vensters krijgen een gebeeldhouwd ornament onder de dorpels. Ook wordt er nog een koepelkamer gebouwd. Bij de verbouwing wordt trouwens een gelukkige vondst gedaan: men graaft acht zakken geld op – een bedrag van ƒ 5000. Een jaar later, in 1740, wordt nog een schoorsteenstuk van Bernard en Frans de Wilde geplaatst. In de jaren '70 van de vorige eeuw is dit schoorsteenstuk nog altijd aanwezig.
De huurwaarde van het vernieuwde huis wordt in 1742 vastgesteld op ƒ 2.154. Alida Joanna de Graeff blijft in het huis wonen ook na haar huwelijk in 1743 met mr. François de Witt, die in 1766, 1769 en 1772 burgemeester was. In 1779 wordt het huis eigendom van het enige kind van mr.de Witt: mr. Jan de Witt. In eerste instantie verblijven hij en zijn echtgenote in het pand, maar van 1787 tot 1795 wonen ze in Frankrijk. Als hij in 1795 ambassadeur bij de Zwitserse Kantons wordt, verhuren ze 446.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.