Herengracht 204

Oorspronkelijk een karakteristieke gevel voor drie woonhuizen onder één dak, 200, 202 en 204.

Gebouwd omstreeks 1620 voor vermoedelijk Warnar Ernst van Bassen, raad en oud-schepen. De huizen zijn resp. 6 m., 5,75 m. en 5,50 m. breed.

Tegen de eerste verdieping hebben ze Ionische pilasters onder de kroonlijst, een middenvoorsprong, waarop een top tegen de kap, met grote trappen met vleugelstukjes en ballen, twee Corinthische pilasters, waartussen een Arend.

Op het benedenfries: Den Arent. Twee dakvensters waartussen balustrades. Voor elke woning een stoep.

In 1794 wordt 202 verbouwd en krijgt een nieuwe gevel met rechte kroonlijst, gesneden lijstwerk; met twee consoles in de lijst en De Arend. Rond ± 1890 krijgt 200 rechte kroonlijst.

In 1890 wordt dit huis verbouwt en krijgt een rechte kroonlijst, dakvenster en oude stoep.

Bewoond door:

1647: 204 wed. Jacob van Naarden.

1854-1867 Josephus Albertus Alberdingk Thijm.

In 1917 wordt het huis, het kantoor van 1917 Maatschap De Gezamenlijke Buskruitmakers van Noord-Holland, Utrecht en Zeeland, ingericht als kantoor en woning A.J. Bredius.