Met de bouw van dit koopmanshuis is tegelijk met 563 door Van Hoogveld in 1677 een begin gemaakt.

Ze zijn elk 5,10 m. breed, hebben een stoep met onderingang die samen een dubbele stoep vormen.

Verder dan de onderbouw is met niet gekomen.

Van 561 is één en ander bij executie verkocht aan Hendrik Kannegieter die het nog bestaande huis datzelfde jaar voltooit en er De Witte Vos uithangt.

De weduwe Kannegieter, geb. Susanne van Wullen, verkoopt het huis in 1712 aan de makelaar Dirk Veldhuijsen. Het heeft dan een halsgevel zoals de afbeelding weergeeft.

Veldhuijsen laat het na aan zijn zoon Jan die het nog in 1770 in eigendom heeft en in die tijd de oude hals van de gevel door een ingezwenkte top laat vervangen.

Het heeft nu nog steeds een ingezwenkte halsgevel met krullen en een kuif en een stoep met drie balusters.

In het midden van de 19de eeuw is het bewoond geweest door prof. S. Hoekstra en J.F. van Lennep.