Dit is een van de twee eenvoudige en vroege pakhuizen met tuitgevels (spijkers) die zijn gebouwd aan de stadswal in de stadsuitleg van 1585. De Herengracht bestaat dan nog niet.
Het is 6,58 m. breed en heet d'Arke Noach.
Vóór 1650 is het van Neeltien Arents of Corn. Jansz. Besteman.
In 1672 worden hier een tijdlang bijeenkomsten gehouden van de Vlaamsch- en Waterl. Gemeente van Doopsgezinden.
Bij dit type pakhuizen bestaat de voorzijde meestal uit een doorlopende verticale strook van gekoppelde kozijnen met luiken. Zo ontstaat voldoende werkruimte om goederen naar binnen te halen. Bij dit pakhuis zijn aan deze verticale reeks ook enkele kozijnen horizontaal gekoppeld.
Op een foto uit 1961 is te zien dat beide pakhuizen grote deuren hebben, tot op straatniveau. In 1974 vindt de restauratie plaats door de Stichting Aristoteles. De tekening in het Grachtenboek van Caspar Philips heeft als leidraad gediend voor de gedeeltelijke reconstructie van een oudere toestand, met name wat de onderpuien betreft. De grote deuren verdwijnen en er worden twee houten kruiskozijnen gemaakt waarvan in Caspar Philips maar één exemplaar is afgebeeld. Ook de ronde kelderingangen zijn gereconstrueerd.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.