343 en 345

Omstreeks 1620 zijn hier twee koopmanshuizen gebouwd voor dr. Pieter Opmeer - in 1626 schepen - elk met een 5,25 m. brede gevel.

343, het grootste is achter 339 en 341 gebouwd.

Verder is er een brede gang aan de zuidzijde van 345.

Omstreeks 1641 gaan ze over op zijn zoon mr. Nicolaas Opmeer - later burgemeester - die 343 bewoond heeft en beid e onder fidei-commis naliet, waarin ze tot 1698 gebleven zijn.

Zeer waarschijnlijk zijn ze omstreeks 1730 door de erfgenamen veranderd zoals de afbeelding weergeeft.

Beide onder één rechte kroonlijst met een verhoging waarop één grote vaas en twee hoekvazen en een kap.

Ze hebben elk een hijsbalk en een rechter en linker stoep met onderingang.

Na van fideiverband te zijn ontslagen zijn ze door de erfgenamen, Gez. van Collen, wed. mr Cornelis Graafland Cornz. geb. Van Strijen, bewoonster van 343 en weduwe Hartsinck geb. Graafland bewoonster van 345, verkocht.

343 komt in handen van Hendrik Pr. Mulder, die er in 1800 een verdieping op heeft laten bouwen, voorzien van een rechte kroonlijst met vier fraaie consoles, bewerkt met een leeuwenkop en klauwen, een zadeldak.

De oude stoep en een cilindervormige lantaarn boven de ingang zijn bewaard gebleven.

345 is weinig veranderd alleen een andere kroonlijst met blokken en een achterraam boven de ingang uit eind 18de eeuw.

345a

Een 2 m. brede toegang naar het Doopsgezind Weeshuis De Oranjeappel aan Herengracht 346.

Gevelsteen: een oranjeappel.Boven de poort is het 

Het Weeshuis is in 1920 overgebracht naar de De Lairessestraat 11 en later naar Hilversum.

Boven de pport bevindt zich het verblijf van de 'supost'.

Na 1920 een gevelsteen met: School met den Bijbel.

Deze achtergelegen school is later opgeheven.