Rond december 1615 worden erven uitgegeven aan de westzijde van de Keizersgracht (tussen Leliegracht en Prinsenstraat) en aan de noordzijde van de Leliegracht (tussen Keizersgracht en Prinsengracht). Rem Cornelis Plemp wordt eigenaar van de erven 5, 6 en 7 aan de westzijde van de Keizersgracht, hoek Leliegracht. Deze erven worden haaks op de lengterichting herverkaveld tot 4 stukken, aan de noordzijde van de Leliegracht gelegen. Het meest oostelijke stuk, op de hoek wordt vóór 11 april 1617 eigendom van Gerrit Egbertszn, spekkoper. In 1634 wordt het huis verkocht, dat betekent dat het tussen 1616 en 1634 is bebouwd.
Er wonen mensen achtereenvolgens met verschillende beroepen in het pand, maar vanaf 1653 wonen er geregeld bakkers en in 1815 wordt precario geheven voor een uittimmering tot vergroting van de bakkerij. Het is dus aannemelijk dat er in de 17e en 18e eeuw een bakkerij gevestigd was.
Er wordt in de loop van de eeuwen voor verschillende zaken precario betaald. In 1758 gaat het om een kelder onder de openbare weg, lang 10 en breed 7 voet, alsmede een put onder de straat voor ’t huis aan de Leliegracht. In 1778 zijn er daarnaast ook nog twee pothuizen ter vergroting van een secreet in die pothuizen. Bijna 100 jaar later, in 1877 wordt door de bouwopzichters het volgende vastgesteld: een pothuis van 4 bij 1.20 m, een berghok van 1 bij 1m, een ruimte onder de stoep (zijde Leliegracht) van 5 bij 0.75m, een kelder onder de openbare weg van 3 bij 0.75m.
Voor het eerst in 1777 wordt het perceel omschreven als een huis met erf, genaamd ‘De Sieperse Kat’. Bij de restauratie wordt dit gegeven gebruikt en komt er een kat in de top.
Het pand is in de loop der eeuwen in waarde gestegen en ook weer gedaald. In 1634 bracht het bij een verkoop ƒ 6.400 op, 15 jaar later was dat ƒ 17.000. Deze prijsstijging is deels te verklaren doordat er bijgebouwd is; in het koopcontract van 1649 staat dat de verkoper ‘hebbende achter de uyterste grond betimmert’ In de 18e een 19ee eeuw verwisselt het pand steeds voor rond de ƒ 10.000 van eigenaar. Als Stadsherstel het in 1959 koopt is het nog slechts ƒ 7.400 waard, en rusten er zware aanschrijvingen van Bouw-en Woningtoezicht van dringend herstel op het pand.
Aan het hoekpand Leliegracht 36/Keizersgracht 172A hangt direct onder de geveltop een zandstenen ovalen omlijsting, een cartouche, ditmaal zonder jaartal en maar met ‘De Sieperse Kat’. Hoe zit dat?
Als Stadsherstel dit in zeer slechte staat verkerende pand in 1959 aankoopt had het een rechte kroonlijst die er in de 19e eeuw op was gezet. Op de Monumentenwerf werd een passende geveltop gevonden afkomstig het gesloopte pand Rapenburg 63. Maar…, daar staat het jaartal 1775 in de cartouche, dus dat kan onmogelijk op de Leliegracht overgebracht worden omdat dit pand gebouwd is tussen 1616 en 1634.
Zoals boven al vermeld, is het huis in de 18e eeuw het pand bij verkoop werd omschreven als ‘De Sieperse Kat’. In die tijd is er een bakkerij in het pand gevestigd geweest, dus daar hoort vanzelfsprekend een kat bij. Alle partijen waren het er over eens dat een afbeelding van de Sieperse Kat goed past bij dit gerestaureerde pand. En zo is bij de restauratie in 1964 alleen de beeltenis van een cyperse kat geplaatst op de plek waar meestal een jaartal staat.
De restauratie is uitgevoerd door de restauratiearchitect Ysbrand Kok en uitgevoerd door de aannemer H. Tervoort Zn. Er zijn nu drie woningen en een bedrijfsruimte.
Bron : Stadsherstel
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.