Het oorspronkelijke huis is hier omstreeks 1670 gebouwd voor de meester-glazenmaker Paulus Matthijsz, met 'de Glaskramer' in de gevel.
Het komt in 1713 in handen van Pieter Schuurman, koopman.
Schuurman heeft het huis omstreeks 1725 laten vernieuwen: een 7,30 m. brede gevel met rechte kroonlijst (vroeger met een sierlijke verhoging waarop drie vazen en waarin een omlijst zolderlicht).
De onderpui vormt een hardstenen voet.
Tussen de vensters gebeeldhouwde versieringen.
Aan weerskanten van de deur gesneden houten pilasters met kroonlijst.
Na 1729 is het eigendom geworden en bewoond door de weduwe Theodore Rijswijck, haar familie heeft het tot omstreeks 1793 in eigendom gehad.
Het stoephek is van omstreeks 1790 en het raam boven de ingang uit het midden van de 19de eeuw.
In 1908 is het huis en ook het interieur door Architect G.A.van Arkel veranderd voor James van Raalte en in 1927 is het ingericht tot kantoor, atelier en woning voor P.J.P. Rocquette.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.