Herengracht 192 (afgebroken in 1896)

<- 194 Herengracht               Panorama             Herengracht 190 ->

Herengracht 192, tekening Caspar Philips

Tekening Caspar Philips

Herengracht 192, Foto Gebroeders Douwes (uitgever) uit 1885

Herengracht 192, Foto Gebroeders Douwes (uitgever) uit 1885

Herengracht 192 De Koning van Polen (afgebroken in 1896)


Gebouwd           1661
Architect            -
Opdrachtgever    Corns Nuijts
Monument         afgebroken in 1896

1853 : LL 161  (huisnummer 1853-1875)

1808 : 40 1866  (verpondingsnummer)

1796 : 40 415    (kleinnummer)

1732 : 40 1905  (verpondingsnummer)

Kadast: E 3739  (kadaster oud)

Het eerste huis van Cornelis Nuyts

De elk 30 voet brede en 190 voet lange stadserven 25 en 26 in park C, waarop Herengracht 192 en 194 zijn gebouwd, worden in 1614 van de stad elk voor f 5.150,- gekocht door Jacob Cornelisz Pot, vervaardiger van suikerpotten (zie Herengracht 330) die de terreinen zonder winst of verlies overdoet aan de broers David Nuyts [1568-1631] en Cornelis Nuyts [1577-1661] uit Antwerpen. Cornelis Nuyts laat in 1616 ter plaatse van 192 een bijna 9,75 m breed pand met een grote-trap-gevel bouwen, bestemd als woning en suikerraffinaderij met een uitgang naar de Keizersgracht tussen Keizersgracht 149 en 151, dit erf heeft hij in 1620 van Reijer Comelisz gekocht. Hij gaat er wonen met zijn vrouw Emerentia de Raedt[1588-1726] en exploiteert de suikerbakkerij 1). Op 2 januari 1660 wordt het huis door brand in de as gelegd, waarop de eigenaar een nieuw pand laat bouwen met weer De Koning van Polen boven de deur, dat blijkens de jaartalsteen in 1661 voltooid is. Zie meer hierover onder tabblad “Brand 1660”.

 

 

Herengracht 192 Suikerbrood

Suikerbrood

De bloeiende graanhandel op het oosten van Europa via Polen is de aanleiding, dat, vooral te Amsterdam, de Koning van Polen ontelbare malen voorkomt, op uithangborden van kroegen en logementen, op luifels van korenkopers en zelfs van suikerbakkerijen, zoals deze.
 

Nieuwe start van de sukerproductie

Het nieuwe huis krijgt een zeer uitzonderlijke vierassige zandstenen gevel met een rusticasokkel waarin de ingang en daarboven in de tweeassige rniddenrisaliet twee pilasterorden, waarvan de onderste de twee woonverdiepingen en de bovenste, boven de zijtraveeën uitstekend en door een gebogen fronton bekroond, de drie zolderverdiepingen beslaat. De gevels zijn voorts van guirlandes en jaartalcartouches voorzien. Aanvankelijk is het bedrijfsgedeelte alleen bestemd als suikerpakhuis, maar het doet sinds 1666 weer dienst als raffinaderij. Dit ondanks de protesten van omwonenden, in het bijzonder van de deftige Catharina Hooft, de weduwe van Cornelis de Graeff op Herengracht 216, die «seer schrickich voor brant» was). De vraag is of de verordening van 1652 ook van toepassing is op erven waar al eens een  raffinaderij heeft gestaan. De conclusie is dus : niet. Intussen is het pand in 1661 overgegaan op de zoon van Cornelis, Elias Nuyts, lid van de firma Elias & Denijs Nuyts. Zijn weduwe Catharina Grebert verkoopt het huis in 1684 voor f 46.100,- aan Susanna Nuyts, de weduwe van David Nuyts, de broer van Elias. Zij verhuurt het huis aan mr. Dirck Bas [1640-1709]. Dirck Bas is van 1696 tot 1708 acht maal burgemeester. Maar Dirck Bas verhuist in 1681 naar Herengracht 92, omdat hij het erft van zijn zus Elisabeth Bas [1602-1681] en overlijdt daar.

In 1714 wordt het huis bij decreetbrief voor f 32.250,- verkocht aan de advocaat mr. Pieter Hendrik Cloeck[1669-1714] wiens weduwe Bregita Johanna Rendorp [†1734] het in 1715 voor f 33.000,-van de hand doet aan de reder Joannes van der Mersch, heer van Zuidland en Velgersdijk[1679-1775] die erin gaat wonen, maar het huis in 1721 voor f 70.000,- verkoopt aan zijn drie zoons Pieter, Dirk en Joannes van der Mersch jr. Van rond 1720 dateert een gewassen pentekening van Daniel Marot, zie tabblad “plafondstuk” voorstellend een plafondstuk bestemd voor het huis, door hem geïnventeerd en door de 67-jarige Pieter van Ruyven geschilderd. Blijkbaar heeft Joannes van der Mersch of zijn zonen dit zolderstuk (willen) laten aanbrengen. In 1742 bewoont Joannes van der Mersch jr. het huis met zijn broer, de koopman Dirk van der Mersch. De huurwaarde bedraagt dan f 1.620,-. In 1744 wordt het huis door de drie broers Van der Mersch voor f 53.000,- verkocht aan Anna Louisa Teute, de weduwe van Philip van der Poorten van Herengracht 237. Zij laat veel erfgenamen achter, onder wie Josua van der Poorten en Octavio van der Poorten. Octavio woont er ongeveer vanaf 1773 tot 1777, in 1777 woont er zijn weduwe Aletta Cornelia van Dijk [† 9-4-1783] die uit Haarlem afkomstig is. Rond 1780 of 1781 is François Guaita huurder.

Hebt u aanvullingen of wilt u meedoen?

Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.

Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.

 

Foto's of andere informatie vande  panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.