Voor de nieuwbouw wordt A.A. Kok gevraagd. Kok is een bekende restauratiearchitect en heeft mee de Heemschut opgericht voor het behoud van de Stad. Maar hij wil ook eenmaal een nieuw, passend gebouw neerzetten aan de gracht. Er komt in 1935 nieuwbouw met de kenmerken van historische grachtenpanden, zoals souterrain in Naamse steen, hoge stoep met bankje, ingang met omlijsting, verschillende vensterhoogte en trapgevel. Maar de draagconstructie is van gewapend beton gemaakt. Het nieuwe pand aan de Keizersgracht heeft vier bouwlagen van zes traveeën breed en een zadeldak met de nok dwars op de gevel. De topgevel aan de Berenstraat is voorzien van een eigentijdse golvende vorm, afgedekt met natuursteen, zie ook de foto. Het is een Het bouwdeel aan de Berenstraat telt maar drie bouwlagen met de kap dwars op het andere bouwdeel. De gevel aan de grachtzijde is versierd met een kapiteel met keizerskroon, het wapen van  Amsterdam. De zijde aan de Berenstraat heeft twee kapitelen met beren zoals op de foto’s is te zien. Op de hoek is een decoratie van een vrouwenkop met Hermesstaf en slangen en er zijn twee gevelstenen die de industrie symboliseren, gekleed in de kleding die dan gangbaar is. Ook de uitvoering is in materialen uit de jaren '30, Kok wil geen ´namaak-oud´. Inwendig heeft het pand onder meer een spiltrap uit teakhout, die verlicht wordt door een glas-in-loodvenster van de glazenier W. Bogtman. De vensters zijn van brons met witte afwerking en het interieur is sober.