Herengracht 619

Rond 1793 woont in het huis Albertus Cornelis Schuyt [1760-1814], hij komt van Herengracht 491, is lid van de raad 1787-1795, schepen 1788 en 1791. Hij is in 1782 getrouwd met Johanna Albertina Geelvinck [1762-1815] (dochter van mr Joan Geelvinck van 456, 466a en b) en ze verhuizen weer naar Herengracht 491. Rond 1796-1797 woont er Paul Busti, Buestie of Boestie, hij komt van Herengracht 455. Rond 1799-1800 woont er Pieter Walland [1758-1815] kanunnik ten Dom, lid van de Provinciale Staten en als weduwnaar van Camelia Walland in 1804 hertrouwd met Johanna Camelia Falck [1772-1834]. Later wonen ze op Herengracht 257. Daarna woont er rond 1802-1805 Jan (von) Baumhauer (zie 507) sinds 1802 getrouwd met Anna de la Court uit Utrecht (die ƒ 2.200 huur per jaar betaalt). Verder in 1808-1809 mr. Willem Anne baron van Spaen [1750-1817] en dan directeur der domeinen, maar vooral bekend is als genealoog en sinds 1773 getrouwd met Anna Bentinck, vrouwe van Zalk en Veecaten [1757-1818]. In 1815 is de bewoner van het pand Gerrit Verdooren van Asperen  [1757-1824] uit Bergen op Zoom, vice-admiraal van 1814 tot 1815, die zich in 1816 met zijn vierde vrouw Wilhelmina Maria Haack op zijn buitengoed Doorens-Lust onder Oost-Souburg vestigt, zijn weduwe woont later op Herengracht 584. In 1817-1832 is de huurder de koopman S. Christian, lid van de firma S. Christian & Camp., gedomicilieerd.

Na de dood van Gillis du Quesne, die het aandeel van zijn ongetrouwde broer heeft geërfd, wordt 619 in 1820 ten overstaan van notaris mr. Th.M. de Man voor ƒ 20.300 door zijn erfgenamen verkocht. De erfgenamen zijn: zijn tweede vrouw Johanna Adriana Haack [1773-1829], Gerbrand Elias [1792-1847], mr.Pibo Antonius Brugmans, Jan Philippe du Quesne en ds. Pctrus Haack (zie 521 en 404). Koper van het huis is de rentenier Johannes Ruis van Leeuwen. Vervolgens word het op 21 oktober 1822 ter bewoning gekocht door Anthony Luden Jacob Hendriksz[1795-1846], hij woonde daarvoor op Herengracht 257. Hij betaalt op 2 april 1823 de koopprijs ten overstaan van notaris mr.Joh.Commelin. Na diens dood gaat het pand met het erachter gelegen koetshuis en stal aan de Amstelstraat naar zijn weduwe Hermanna Aleida toe Laer en zijn dochter Susanna Antoinette Adelaïde Luden [1820-1881] die er blijven wonen. De dochter, aan wie het pand in 1852 wordt toegewezen, is dan getrouwd met mr.Louis Charles Désiré van Dijk [1824-1860] en ze wonen er in en sterven kinderloos.