Het grondstuk is al uitgegeven in 1588. Pas in 1597 is er door Pieter Bast een huis getekend met een trapgevel.

Omstreeks 1735 door timmerman Jan van der Hoeven voor eigen gebruik vernieuwd en voorzien van een 18de-eeuwse halsgevel met kuif, vleugelstukken en een getoogd fronton en een 'pothuis' aan de zijkant van het huis. Een uitbreiding, die vaak oogluikend is toegestaan.

Verder eem pui met in het midden een pothuis en daarnaast aan beide zijden een toegang met elk een stoep haaks op de gevel.

De 9,95 m. lange zijgevel heeft een gootlijst, kap, een lang pothuis en toegang tot de woning.

In 1793 is de werkplaats in gebruik bij de eigenaar Jan van Lochem, timmerman en in 1923 bij G. W. Pieters, timmerman.

Oorspronkelijk met een werkplaats beneden. De roedeverdeling is later gewijzigd. Het heeft een frontale stoep, die je niet zoveel ziet op de grachten.

Het oorspronkelijke huis met achterhuis, dat Jan van der Hoeven omstreeks 1718 in eigendom krijgt, is in 1650 eigendom van Jacob Florisen Salm.