Dit 14,90 m. brede woonhuis heeft Cornelis Backer, oudschepen en raad omstreeks 1665 voor zich laten bouwen met een stal en een koetshuis op de Keizersgracht, achter 691 - 693 met een toegang onder 691.
Van 1695 - 1713 is het bewoond door zijn zoon mr. Jan Backer Cornelisz, raad en oud-schepen.
Daarna komt het in 1714 in eigendom en gebruik bij Theodorus de Leeuw die het overeenkomstig de afbeelding heeft laten verfraaien.
Het heeft een bakstenen gevel met rechte kroonlijst, waaronder tien consoles en waarop een balustrade met op de hoeken siervazen, een midden risaliet met deurtravee in bergstenen omlijsting met Ionische pilasters en omlijsting van het kozijn daarboven, bekroond met een segmentvormig fronton tussen voluten.
In dit fronton bevinden zich twee schilden.
De stoep met onderingang heeft zes balusters en twee stoepwaaiers gehad (± 1745).
Het eenvoudige bovenraam is van omstreeks 1800.
In 1744 is het gekocht door Hendrik Hooft Gerritsz, het is tot 1801 zijn eigendom en bij hem in gebruik gebleven.
In 1917 is het tot kantoor ingericht voor de N.V. Blaauwhoeden- en Vrieseveem en in 1920 verenigd met 550. Architecten G. van Arkel en H.J. Breman
Een deel van de zaalbeschildering door Ad. Rijnacker voor de bouwheer Corn. Backer geschilderd bevindt zich in het museum van Dulwich-College te London.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.