Herengracht 252 De Mee-baal

< 254 Herengracht          Panorama         Herengracht 250 >

Herengracht 252

Herengracht 252

Herengracht 252 tekening Caspar Philips

Tekening Caspar Philips

Herengracht 252 Mee-baal

Gebouwd           ± 1725
Architect            -
Opdrachtgever    ds Hermanus Van de Wall
Monument         Rijksmonument

1853 : KK 182  (huisnummer 1853-1875)
1808 : 39 1473  (verpondingsnummer)
1796 : 39 445    (kleinnummer)
1732 : 39 1531  (verpondingsnummer)
Kadast: E 3849  (kadaster oud)

Kort het huis van Gerbrand Pancras Clifford

Na de dood van zijn weduwe Anna van Tarelink wordt het huis in 1772 op de veiling verkocht aan de koopman Arent van Staphorst, die het met zijn vrouw Johanna van Leliveld gewoond heeft, maar het in 1777 voor f 80.000,- verkoopt aan mr. Gerbrand Pancras Clifford [1745-1789] als woning. Clifford is schepen in 1774 en 1777. Als zijn vader, mr. Pieter Clifford[1712-1788] overlijdt, erft hij ook Herengracht 480, dat later vererft naar zijn vrouw. Zijn weduwe, Brigitta Susanna van Dam [1755-1798] hertrouwt in 1791 met de doopsgezinde koopman Govert Lups [1763-1833], ze heeft het huis in 1789 al voor f 56.000,- al verkocht aan de wijnkoper Wessel Scharff[1754-1795]. Scharff heeft het als weduwnaar van de in 1782 overleden Martha Louisa van der Port bewoond. Hij laat in 1794 door Jurriaan Andriessen geschilderde behangsels aanbrengen(1). Wessel Scharff[*1754] sterft in 1795 ten gevolge van een sabelhouw opgelopen bij een gevecht in het koffiehuis van Bergmeyer in de Kalverstraat, het trefpunt der Oranjegezinde notabelen.(2) Na zijn dood vererft het pand op zijn dochter Maria Catarina Scharff [1779-1843], die sinds 1803 getrouwd is met de azijnmaker Jan Frederick Tack [1778-1843] en eigenaar van de azijnmakerij De Kroon. Het echtpaar heeft het huis bewoond en het voorzien van de empire deur, het snijraam en de roedenverdeling in de onderste verdiepingen. Bij de boedelscheiding komt het in 1843 aan hun dochter Adriana Elisabeth Henriette Tack[*1807], de vrouw van de commissionair Everardus de Burlett op de Keizersgracht. Dit echtpaar verhuist met dochter Johanna Juliana Maria de Burlett [1831-1909] hierheen; in 1852 woonde de vrouw in het huis als weduwe.

Herengracht 252 interieur 2 Brickhof 1897 SAA

Het interieur in 1897 van de zaal aan de achterzijde met de behangsels van Jurriaan Andriessen (1794), foto van H.W.J. Bickhoff, Stadsarchief Amsterdam

Kort het huis van Gerbrand Pancras Clifford

Na de dood van zijn weduwe Anna van Tarelink wordt het huis in 1772 op de veiling verkocht aan de koopman Arent van Staphorst, die het met zijn vrouw Johanna van Leliveld gewoond heeft, maar het in 1777 voor f 80.000,- verkoopt aan mr. Gerbrand Pancras Clifford [1745-1789] als woning. Clifford is schepen in 1774 en 1777. Als zijn vader, mr. Pieter Clifford[1712-1788] overlijdt, erft hij ook Herengracht 480, dat later vererft naar zijn vrouw. Zijn weduwe, Brigitta Susanna van Dam [1755-1798] hertrouwt in 1791 met de doopsgezinde koopman Govert Lups [1763-1833], ze heeft het huis in 1789 al voor f 56.000,- al verkocht aan de wijnkoper Wessel Scharff[1754-1795]. Scharff heeft het als weduwnaar van de in 1782 overleden Martha Louisa van der Port bewoond. Hij laat in 1794 door Jurriaan Andriessen geschilderde behangsels aanbrengen(1). Wessel Scharff[*1754] sterft in 1795 ten gevolge van een sabelhouw opgelopen bij een gevecht in het koffiehuis van Bergmeyer in de Kalverstraat, het trefpunt der Oranjegezinde notabelen.(2) Na zijn dood vererft het pand op zijn dochter Maria Catarina Scharff [1779-1843], die sinds 1803 getrouwd is met de azijnmaker Jan Frederick Tack [1778-1843] en eigenaar van de azijnmakerij De Kroon. Het echtpaar heeft het huis bewoond en het voorzien van de empire deur, het snijraam en de roedenverdeling in de onderste verdiepingen. Bij hun is Christiaan Andriessen vermoedelijk vaker op bezoek geweest, getuige zijn dagboektekening bij tab "Dagboek Andriessen". Bij de boedelscheiding komt het in 1843 aan hun dochter Adriana Elisabeth Henriette Tack[*1807], de vrouw van de commissionair Everardus de Burlett op de Keizersgracht. Dit echtpaar verhuist met dochter Johanna Juliana Maria de Burlett [1831-1909] hierheen; in 1852 woonde de vrouw in het huis als weduwe.

Herengracht 252 stoep met borden RCE

De stoep met de vele borden en opschriften voor de diverse kantoren die er gevestigd zijn. Zoals de NV. Exstensia, I. Schaap agenturen en commissie, Corn Simmens pelterijen en de NV Nederlandse Confectiehandel My. Foto uit 1928, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Assurandeur Jan ter Meulen

Door haar erven wordt het huis in 1854 voor f 35.900,- verkocht aan de assuradeur Jan ter Meulen jr. [1815-1896] zoon van de gelijknamige bewoner van Herengracht 202 en kleinzoon van de eveneens gelijknamige bewoner van Herengracht 26. en hij is gehuwd met Anthonia Elisabeth Tra Kranen [†1908]. Ze krijgen elf kinderen, waarvan de dochter, Johanna Elisabeth[1867-1937] een nakomertje is. Johanna is sociaal zeer actief en wordt in 1894 directrice en woningopzichteres van de in dat jaar door haar opgerichte Woningbouwmaatschappij Oud-Amsterdam. Er is een plein naar Johanna vernoemd.

Hij is vanaf 1853 directeur van de Oost-Indische Zee- en Brandassurantie Mij en tevens van 1864 tot 1888 directeur van de Zee- en Brandassurantie Mij De Nederlandsche Lloyd en heeft het huis tot zijn dood bewoond met zijn vrouw. In 1861 wordt er aan de gevel van het souterrain en de stoep van het huis wat veranderd, de architect P.J. Hamers maakt hiervoor een tekening, zie tabblad "Bouwtekening 1861". Tra Kranen erft het huis in 1897 met de stal op Herengracht 207 en blijft als weduwe in het huis wonen. Zie voor interieurfoto’s het tabblad “1887 interieur”(3)

In 1909 wordt het pand voor f 45.000,- gekocht door Maximilian Hubert Kleine, handelaar in “rideaux” ofwel overgordijnen. In 1913 wordt het ingebracht, met geschatte waarde f 75.000,- in de NV Gordijnenfabriek van August Kleine. Daarna wordt het in 1920 gekocht door de kooplieden Otto Wilhelm Gustav Hotte, Max Johannes Hotte en Will1elm Conrad Seelig (koopprijs f 190.000,-, kwijting f 100.000,-) en in 1921 voor f 190.000,- door de Extensa Mij voor internationale import en export NV. ln die jaren is het huis in gebruik bij verschillende handelskantoren, zo is er in 1933 de NV Agentuur- en commissiehandel v/h A.A. van der Kolk gevestigd, die later naar Herengracht 125 verhuist.

Van Dooijs naar C. & A. Brenninkmeyer

In 1937 doet de eigenares het pand voor f 40.000,- van de hand aan de NV Amsterdamsche Confectiefabriek R. Dooijes & Van Kuyk, met president directeur Roelof Dooijes [1889-1957]. Vanaf 1942 geheten de Vennootschap onder firma R. Dooijes Confectiefabrieken met de vennoten Roelof Dooijes en zijn zoon Dirk Roelof Dooijes. In 1948 wordt toestemming verkregen om een speciaal ontworpen en met de gevel harmoniserende naamplaat te plaatsen. Bij ontbinding van de vennootschap wordt het pand op juli 1954 toegewezen aan genoemde Roelof Dooijes, die het in december 1954 voor f 400.000,- verkoopt aan de NV R. Dooijes Confectiefabrieken. Deze NV verkoopt het huis in 1963 voor f 525.000,- aan de NV Algemeene Confectiehandel van C. & A. Brenninkmeyer, wier pand aan het Damrak 71-79 een week tevoren is afgebrand en die hier haar hoofdkantoor vestigt. Dit kantoor gaat weer terug naar het Damrak als het nieuwe gebouw van C & A daar weer gereedgekomen is. De opening van Damrak 71-79 is op 3 september 1968 en het goed onderhouden pand wordt daarop in oktober 1968 voor f 600.000,- overgedragen en in november 1968 betrokken door de tevoren aan de Emmalaan 6 gevestigde Vereniging ter bevordering van het electrotechnisch vakonderwijs in Nederland onder directie van Tamme Kanter. Begin 1969 is het ijzeren schot, dat de bekroning gedeeltelijk bedekte, verwijderd, waardoor het opschrift Mee-baal en de beeltenis daarboven van een meebaal weer zichtbaar zijn; deze meebaal krijgt daarop een passen de kleur van meekrap en de letters eronder een goudkleur.

 

(1) zie jaarboek Amstelodamum 53 (1961), pagina 56 en Maandblad Amstelodamum, 51 (1964), pagina 142, met afbeelding van het interieur.

(2) zie M.G. Emeis jr., Zuur verdiend (1963), pagina 30, De Nederlandsche Leeuw, LXIV (1947), kol. 77, en het Maandblad Arnstelodamum 61 (1974), pagina 43 e.v.

(3) Een beschrijving van het huis door Jan ter Meulen's kleinzoon J.E. Elias vindt men in ]aarboek Amstelodannum (196I), pagina. 53 e.v\

 

bron: I.H. van Eeghen, G. Roosegaarde Bisschop, H.F. Wijnman. Vier eeuwen Herengracht.

Hebt u aanvullingen of wilt u meedoen?

Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.

Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.

 

Foto's of andere informatie vande  panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.