Dit koopmanshuis is vemoedelijk tegelijk met nr 16 omstreeks 1615 gebouwd en is kennelijk een pendant ervan, gezien de breedte en de plaats der stoepen die samen een dubbele stoep vormen.

De afbeelding geeft de oorspronkelijke toestand weer: een 4,44 m. brede trapgevel met een pui en een stoep, de kozijnen met onderluiken en ontlast door bogen met sluitstukken.

In 1630 is het van en wordt het bewoond door Jan van der Mart.

Midden 17de eeuw is het eigendom van Isaac van Peenen waarna het in 1699 door erflating eigendom wordt van mr. Joan Blaeu, schepen:

Het huis met De Duijff in de gevel en die er uithangt. 

Mr. Blaeu laat het in 1712 na aan zijn echtgenote Maria Sautijn, waarna het later in verschillende handen overgaat.

In 1791 laat Js. Scheltema een nieuwe voorgevel aanbrengen zoals die tegenwoordig nog is: een rechte kroonlijst met een tandvullinglijst en een zadeldak.

De toegang met omlijsting naar Lodewijk XVI.

Een empireraam met pijlen boven de ingang waarachter een vergulde ster en raamversiering.

De stoepleuning van touwvormig gevlochten rond staafijzer.

In het begin van de 20ste eeuw in gebruik genomen als bedrijf en kantoor.