Keizersgracht 25 (zijn eerste ontwerp)
Keizersgracht 494-496 (Nieuwe gevel voor 494)
Koningsolein 12 - 14 (Nieuw winkelpand)
Koningsplein 16 - 20 (Nieuw winkelpand voor P.M. Broekmans)
Singel 468 (Nieuw winkelpand Nieuw Engeland)
Keizersgracht 127 (kantoor in 1907)
Alphonsus Maria Leonardus Aloysius Jacot, zijn roepnaam wordt nergens in de literatuur genoemd, gaat naar een particuliere Hogere Burgerschool aan de Keizersgracht, ‘bij de Leidschestraat’, en voltooid de vijfjarige cursus met goed gevolg. Daar raak hij ook bevriend met zijn latere partner W. Oldewelt. Na de HBS bezoekt Jacot de mede door P.J.H. Cuypers in 1879 opgerichte Quellinusschool. Deze driejarige opleiding is voortgekomen uit de Bouwloods van het Rijksmuseum, waar Cuypers ambachtslieden opleidt die kunnen voldoen aan de eisen die de detaillering van zijn ontwerpen in de bouw met zich meebrengen. Na nog een stage periode bij architecten, waaronder A.L. van Gendt en enkele ontwerpen.
Oldewelt heeft in 1887 zijn opleiding aan de Académie des Beaux Arts in Parijs voltooid waarna de twee schoolvrienden het bureau, Jacot & Oldewelt opzetten. Oldewelt heeft in Parijs geleerd hoe elegante eclectische detaillering ontworpen wordt en Jacot beschikt over het voor een succesvol architectenbureau vereiste zakelijk talent voor acquisitie. Jacot moet goede connecties hebben onder winkeliers, want het bureau bouwt een aantal fraaie winkels met bovenwoningen in de belangrijkste winkelstraten van Amsterdam. Het hoogtepunt in deze reeks is het kapitale winkelgebouw voor de firma ‘Nieuw Engeland’, Singel 468-Koningsplein 6.
W. Oldewelt wordt ernstig ziek en ziet zich genoodzaakt om zijn werkzaamheden voor het bureau in 1903 te beëindigen. Waarschijnlijk is ‘Nieuw Engeland’ en het markante winkelgebouw op de hoek van de Spuistraat en de Molsteeg zijn laatste ontwerpen. In 1905 maakt hij het voor die tijd een moderne ontwerp voor P.M. Broekhuizen op de hoek van het Koningsplein voor en de Herengracht. Het bureau bouwt veel, ook buiten Amsterdam. Jacot associeerde zich in 1907 met A.H. Zinsmeister, de chef de bureau. Dit was waarschijnlijk een blijk van waardering voor diens bijdrage aan de ontwerparbeid. Mogelijk hebben ook enkele getalenteerde medewerkers als G.F. la Croix, C.J. Blaauw en J.L. Crouwel de ruimte gekregen om naar eigen inzicht te werken.
De meest prestigieuze opdracht voor Jacot, resulteert in een pijnlijk demasqué. Het Hirsch-gebouw op het Leidseplein is in 1912 geopend, onder luid boegeroep uit de vakwereld. De architect had zich schuldig gemaakt aan plagiaat. Dat was al erg genoeg, maar het gebouw werd ook bekritiseerd als karakterloos en ‘slap van middelmatigheid’. ‘Het inwendige’, aldus een collega, ‘toont al even weinig talent als het uitwendige; het is van die nietszeggende zoetsappige middelmatigheid, die zeer dicht bij de smakeloosheid staat’. Maar het publiek winkelt er met veel plezier en is ook nu nog gebruik, o.a. als een opvallende winkel voor Apple computers
Zijn overlijden is in die tijd in de vakbladen niet gememoreerd. Maar hij is dan ook meer een ontwerper die gespecialiseerd is in commercieel vastgoed en dat ligt niet altijd even goed. Maar nu is voor veel Amsterdammers de H & M winkel aan het Rokin, het voormalige Maison De Bonneterie, een schoolvoorbeeld van aangenaam winkelen geworden. Dat is een mooi compliment voor de achitect Jacot. Bij het NAI / Nieuwe Instituut is het archief van het bureau ondergebracht.
(bron Vincent van Rossem / Bonas)
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, of mee wilt helpen met het aanvullen van de site, kun u deze hieronder vermelden. Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren. Foto's kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.